Geplaatst op zondag 22 maart 2015 @ 15:47 , 2169 keer bekeken
Er is denk ik niemand die goed kan uitleggen wat het verschil is tussen proza en poëzie. De dichter Gerrit Krol heeft daarover eens gezegd: 'Poëzie is (...) literatuur waar de plaats van de woorden op het papier wordt bepaald door de schrijver, terwijl van proza de plaats van de woorden op het papier wordt bepaald door de zetter.' Dat is juist, en veel meer valt er vermoedelijk niet over te zeggen. Er zijn wel verschillen aan te wijzen, maar die zijn nooit algemeen geldig. In poëzie is de kans op rijm groter dan in proza, bijvoorbeeld, maar een absolute voorwaarde is het niet. De kans dat een zin ritmisch lekker loopt, is in poëzie groter dan in proza, maar ook dat is geen absolute voorwaarde. Er zijn in poëzie heel wat hompelende dichtregels te vinden, terwijl men in proza heel wat bewust melodieus verlopende zinnen kan aantreffen. Nog zo'n verondersteld verschil: in een gedicht zou de schrijver zich eerder op één gegeven of één inzicht concentreren dan in proza. Maar het omgekeerde komt ook voor: er zijn gedichten die van de hak op de tak springen, en heel wat prozaboeken die juist zijn opgehangen aan maar één gegeven. Voor zover je al van verschillen tussen proza en poëzie kunt spreken, dan toch eerder in de vorm van vage tendensen dan in de vorm van onwrikbare grenslijnen. Bovendien hebben dichters in het heden en het verleden altijd grenzen overschreden, verwachtingen doorbroken en meer of minder officiële normen aan hun laars gelapt. Onder het mom van poëzie zijn dan ook de vreemdste teksten verschenen, variërend van figuurgedichten in de vorm van een paraplu of fluitketel tot sonnetten bestaande uit louter leestekens en van uitgeknipte krantenadvertenties tot zuiver proza. Sommige dichters spreken wel van 'teksten'. Ook zijn er 'prozagedichten'. Het beste antwoord op de vraag naar het verschil tussen proza en poëzie lijkt mij dan ook dat de vraag er niet toe doet. Poëzie is overal te vinden, ook in proza. K. Michel is een schrijver van teksten die je gerust notities, schetsen of proza zou kunnen noemen. Toch noemt men hem meestal een dichter, en zijn geschriften gedichten. Zijn gedicht 'Het magerebrugwonder' is een voorbeeld van een prozaïsch gedicht. Het is eenvoudig, verhalend, anekdotisch en goed te volgen. Het enige wat je moet weten is dat in de titel de naam van een brug zit opgesloten: de Magere Brug, te Amsterdam. Dat is een klassieke witte houten ophaalbrug, over de Amstel, die nog regelmatig open gaat om schepen door te laten. De wandelaars, fietsers en automobilisten moeten dan wachten - en dat is een ideale situatie voor het laten afdwalen van de gedachten (vergelijk ook het wachten voor een stoplicht of de lift, het stilstaan in de file of op de veerpont, het zitten in een bus of trein).
Welkom bij Clubs!
Kijk gerust verder op deze club en doe mee.
Of maak zelf een Clubs account aan: